Op 13 maart 2024 heeft de Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, Mariëtte Hamer, een nieuwe handreiking gepubliceerd: Cultuurverandering op de werkvloer.
In deze handreiking gaat Hamer uitgebreid in op hoe organisaties om dienen te gaan met de preventie en aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGOG) op de werkvloer. In het eerste gedeelte gaat Hamer verder in op de preventie van SGOG, in het tweede gedeelte gaat zij in op de omgang met meldingen van SGOG.
De handreiking is geschreven voor mensen in de organisatie die eindverantwoordelijk zijn voor de preventie en aanpak van SGOG. Het is een uitgebreid en lijvig stuk waar veel inhoudelijke interventies op het vlak van HR en psychologie/ psychosociale veiligheid worden beschreven. Voor de HR-professional of gedragskundige is het interessant om te lezen en zal het wellicht tot nieuwe perspectieven leiden. We kunnen ons echter voorstellen dat deze handreiking voor mensen die geen HR of gedragskundige achtergrond hebben, lastiger te lezen is. We hebben begrepen dat Hamer en haar team nog werken aan een praktisch te hanteren instrument waarmee organisaties op een laagdrempelige manier aan de slag kunnen. Wat ons betreft is een dergelijke doorvertaling een must. De nu gepubliceerde handreiking geeft een helder inzicht in de theorie van preventie en aanpak van SGOG, maar maakt het praktisch nog niet uitvoerbaar. Het gebruik van beeldmateriaal zou daarbij kunnen helpen. Zo kunnen infographics of filmpjes bijvoorbeeld ondersteunend werken. Daarnaast helpt het om bijvoorbeeld sjablonen van een gedragscode, meldingsprotocol en klachtenregeling op te nemen.
In dit artikel willen we nader ingaan op een aantal aspecten uit de handreiking:
- Zo pleit Hamer er in de handreiking in het kader van hoor en wederhoor voor dat de beschuldigde moet beschikken over dezelfde informatie en documentatie als de onderzoekers. Het is uiteraard zo dat de beschuldigde moet kunnen reageren op hetgeen hem/haar verweten wordt, maar het komt in de praktijk regelmatig voor dat niet alle informatie en documentatie waarover de onderzoekers beschikken betrekking heeft op de beschuldigde. Hier moet wat ons betreft duidelijk onderscheid in gemaakt worden.
- Daarnaast wordt er in de handreiking beschreven dat zowel de melder als de beschuldigde het onderzoeksrapport in mogen zien en dat betrokkenen recht hebben op een kopie. Om de belangen en de privacy van de beschuldigde te waarborgen, zouden wij het afraden om de melder inzage te geven in het rapport, aangezien er zaken in kunnen staan over de beschuldigde die losstaan van de melder.
- In de vorige bullet staat het recht op een ‘kopie’ genoemd, maar wordt er in de handreiking onvoldoende duidelijk gemaakt wat hiermee wordt bedoeld. Een ‘kopie’ in deze context verwijst namelijk niet naar een document als zodanig, maar naar de persoonsgegevens die het document (of de data) bevat en die volledig moeten zijn. Een kopie moet dus alle persoonsgegevens bevatten die worden verwerkt. Om verwarring bij organisaties te voorkomen zou dit onderscheid concreet moeten worden gemaakt in de handreiking. Dus wat moet er nu wel of niet verstrekt of ter inzage aangeboden worden.
- Het gebruik van het woord schuldig en de combinatie van de woorden concept-conclusie en conclusie in samenhang met het uitvoeren van een feitenonderzoek lijken wat ongelukkig gekozen.
- De handreiking richt zich op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wij vragen ons af of dit niet te specifiek is. Uit onze onderzoeken en preventieve projecten blijkt namelijk dat het net zo vaak over ander grensoverschrijdend gedrag gaat (zoals discriminatie, verbale agressie of pesten) als over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wat ons betreft mag het thema verbreed worden naar grensoverschrijdend gedrag (GOG).
- De theorieën die als uitgangspunt zijn gebruikt om de handreiking te schrijven zijn de Piramide van Bateson, ijsberg van McClelland en de growth mindset theory van Dweck. Dit zijn theorieën waar de gedragswetenschappers van Hoffmann ook mee werken bij (S)GOG onderzoeken en preventieve projecten. Als wij vanuit Hoffmann een voorzet mogen geven om de handreiking meer te concretiseren raden wij aan om de aanpak om concreet gedrag te realiseren te verwerken in het instrument, en daarbij de gedragstheorie van Maccinis, Moorman en Jaworski te gebruiken. Volgens Maccinis, Moorman en Jaworski kan gedrag namelijk worden gezien als het resultaat van drie factoren: motivatie, capaciteit en gelegenheid. Met andere woorden: wíl iemand het doen, is hij in staat het te doen en krijgt hij de kans om het te doen? Als deze drie factoren allemaal in voldoende mate aanwezig zijn, zal gedrag plaatsvinden. Dit maakt de vertaling naar concreet integer en sociaal veilig gedrag mogelijk.
Tot slot nog het volgende. In recente onderzoeken naar (S)GOG die de media hebben gehaald, is veel gediscussieerd over de vraag door wie organisaties een extern onderzoek zouden moeten laten uitvoeren. In de nu verschenen handreiking wordt een extern onderzoek door een ‘huisadvocaat’ afgeraden, aangezien een advocaat op grond van de wet partijdig is en er voor de advocatuur geen vergunningsplicht (op basis van de Wpbr) geldt, zoals die wel geldt voor externe onderzoeksbureaus. Ook bij een cultuuronderzoek stelt Hamer dat er al snel sprake zal zijn van een vergunningsplicht. Naast deze vergunningsplicht stelt Hamer nog als eis dat de extern onderzoekers bepaalde deskundigheid moeten hebben in het doen van onderzoek naar GOG. Dit kunnen wij alleen maar toejuichen.